Het Jenever Museum is gehuisvest in de productieruimtes van een voormalige stokerij en de rondgang door het museum eindigd in het proeflokaal waar het eerste drankje "gratis" is.
proeflokaal waar het eerste drankje "gratis" is. In het museum staat een nog werkende 19de-eeuwse stookinstallatie, meer dan 2.000 glazen flessen, 750 stenen stopen en kruiken, meer dan 1.230 borrelglaasjes en 400 likeurglaasjes, 200 keramische voorwerpen, 540 affiches, 380 pancartes en bijna 9.500 etiketten, m.a.w. genoeg te zien en zeer toegankelijk.
Het is allemaal begonnen in 1351 (vlak na het uitbreken van de pest) met het destilleren van wijn. Men distilleert vier- tot vijfmaal en verkreeg zo Aqua Vitae wat zicht laat vertalen als levenswater. Vroeger werd een brandproef uitgevoerd om te zien of er voldoende alcohol in het levenswater zat.
Men ontdekte dat Aqua Vitae in staat was voedingsmiddelen tegen bederf te beschermen. Dus moet het, volgens de middeleeuwers, ook in staat zijn het menselijk lichaam tegen ziekte, een vorm van bederf, te beschermen en aldus het leven te verlengen.
Alcohol, of te wel, het levenswater, de brandewijn, gaf ook de mogelijkheid tot de productie van de medicinale wateren waarbij de geneeskrachtige stoffen uit planten, vruchten, bessen, zaden en wortelen werden geëxtraheerd.
Maar het levenswater had het ook een bijwerking, euforieverwekkende eigenschappen! In het boek Van roeistok tot vochtweger van Eric Van Schoonenberghe staat dit als volgt vermeld: het doet oec den mensche droefheit vergeten ende maecten van hertten vro ende oec stout ende coene.
Een eeuw later veranderd de eigenschap van het bijna levensreddende en levensverlengde middel "Aqua Vitae" en komt de ommeslag naar "genotmiddel". Het recept "Gebranden wyn" te maken staat niet langer meer vermeld bij de medicinale recepten maar bij de keukenrecepten. Ook staat dan vermeld dat in plaats van wijn gebruik kan worden gemaakt van "Hamburgs Bier"
Uiteindelijk wordt het productieproces door de Hollanders verfijnd en na vergisting van rogge- en tarwebeslag met gerstemout wordt er tweemaal in ruwketels gedistilleerd. Bij de tweede distillatie werd toen ook verschil gemaakt tussen voor- en de naloop en alleen de middenloop gebruikt voor de verkeregen moutwijn. Vervolgens werd de jeneverbes toegevoegd en opnieuw gedistilleerd tot jenever. De jenever wordt door de VOC en de WIC wereldwijd verspreid en uiteindelijk 's-werelds meest gekende en gedronken gedistilleerd. In 1795 telt Schiedam niet minder dan 438 ruw- en 225 distilleerketels!